Dierenkliniek a30

Tijd en aandacht voor u en uw huisdier      0318 - 437 133

Castratie of sterilisatie hond

Als dierenarts krijg je vaak de vraag wanneer de hond “geholpen” moet worden. Met “helpen” bedoelt men dan: castreren of steriliseren. Hoe zit dat nu eigenlijk? Is “helpen” wel een terechte term? En is het nu castreren of steriliseren wat we doen? En wanneer is eigenlijk het beste moment voor een dergelijke ingreep? In onderstaand artikel voor u alle antwoorden op een rij.


Castratie of sterilisatie?

Het woord “steriliseren” betekent eigenlijk het afbinden van de eileiders of zaadleiders, waarbij de eierstokken of teelballen behouden blijven, met als doel onvruchtbaarheid van de hond te bewerkstelligen.

Bij honden (en katten) wordt eigenlijk altijd een zogenaamde “castratie” uitgevoerd: de eierstokken of teelballen worden verwijderd. Hiermee wordt niet alleen onvruchtbaarheid bewerkstelligd, maar ook de productie van geslachtshormonen wordt stil gelegd. Een wezenlijk verschil dus! In de navolgende tekst zullen wij dan ook zowel voor reuen als teven de term “castratie” gebruiken.


Castratie van een teef

Bij teven worden tegenwoordig alleen de eierstokken verwijderd, de baarmoeder blijft aanwezig.  Het verwijderen van de baarmoeder is, bij een gezonde baarmoeder, ook onnodig. Omdat bij het verwijderen van de eierstokken de productie van vrouwelijke geslachtshormonen (oestrogenen en progesteron) wordt stil gelegd, staat de baarmoeder niet meer onder hormonale invloed en zal er  ook geen baarmoederontsteking ontstaan. Het verwijderen van alleen de eierstokken is minder ingrijpend dan het verwijderen van de eierstokken en de baarmoeder. De snede in de buikwand is kleiner en inwendig is er minder trauma. Bovendien is de operatietijd korter.

Een castratie kan worden uitgevoerd middels een laparotomie (= snede in de buikwand) of middels een laparoscopie (= via enkele kleine sneetjes in de buikwand wordt een camera en instrumentarium in de buikholte ingebracht).

Castratie van een teef brengt zowel voordelen als nadelen met zich mee.


Voordelen castratie teef

  • Niet meer loops

Na een castratie wordt een teef niet meer loops. Een loopse teef is, afhankelijk van de situatie, meer of minder onpraktisch. Een loopse teef heeft drie weken lang bloederige uitvloeiing, kan niet los lopen en trekt (niet gecastreerde) reuen aan. Voor sommige eigenaren is deze situatie zeer lastig, voor anderen een tijdelijk wat onhandige situatie waar prima mee te leven valt. Het hangt af van hoe je woont, hoe heftig de teef vloeit, hoe je normaliter je teef uitlaat en of je een niet gecastreerde reu in huis hebt. 

  •   

    Verlaging van het risico op kwaadaardige tumoren van de melkklieren

Als een teef vóór de tweede loopsheid (uiterlijk vóór de vierde loopsheid) gecastreerd wordt, dan verlaagt dat de kans op kwaadaardige melkkliertumoren aanzienlijk. Bij castratie van een teef vóór de tweede loopsheid is de kans op het ontstaan van kwaadaardige melkkliertumoren 7 keer kleiner dan bij een teef die niet, of op latere leeftijd gecastreerd wordt.

  • Preventie van baarmoederontsteking

Onder invloed van progesteron, dat na elke eisprong door de eierstokken geproduceerd wordt, kan het baarmoederslijmvlies zich gaan verdikken en er kunnen zich cystes in ontwikkelen. Als dit verdikte en cysteus veranderde baarmoederslijmvlies geïnfecteerd raakt door bacteriën, dan ontwikkelt zich een baarmoederontsteking. Dit kan uiteindelijk levensbedreigend zijn voor een teef, vooral als de baarmoedermond gesloten is en de gevormde pus niet weg kan (= pyometra). De kans op een baarmoederontsteking wordt groter naarmate de teef vaker loops geweest is, door de herhaalde invloed van progesteron op het baarmoederslijmvlies.

  • Preventie van suikerziekte

Progesteron kan ervoor zorgen dat cellen minder gevoelig worden voor insuline. Hierdoor heeft een niet gecastreerde teef een verhoogde kans op suikerziekte, vooral in de periode kort na de loopsheid.

  • Geen schijndracht meer

Het schijndrachtig worden van een teef is in de natuur een volkomen normaal fenomeen. In een roedel wolven of wilde honden worden alleen de alfa teven gedekt. De overige teven in de roedel worden schijndrachtig en gaan zodoende melk produceren. Daardoor kunnen ze hun bijdrage leveren aan het groot brengen van de pups van de alfa teven. Bijvoorbeeld door de pups te zogen als de moeder van de pups gaat jagen. Bij gedomesticeerde teven heeft schijndracht eigenlijk geen functie meer. Het gedrag van een schijndrachtige teef kan problematisch zijn (nestjes graven op ongewenste plekken, onrustig of zelfs hysterisch gedrag, depressief gedrag, agressie naar andere honden, etc.) Schijndracht kan dus behoorlijk vervelend zijn voor baas en hond. Daarnaast bestaat de indruk dat honden die regelmatig schijndrachtig zijn een grotere kans hebben op het ontwikkelen van melkkliertumoren. 


Nadelen castratie teef

  • Onomkeerbaarheid

De ingreep is definitief. Dat wil zeggen eenmaal uitgevoerd is een castratie niet meer terug te draaien.

  • Gewichtstoename

Een gecastreerde teef heeft meer kans op overgewicht. Na castratie is de stofwisseling trager. Een aanpassing van de (hoeveelheid) voeding is in de meeste gevallen noodzakelijk en het is aan te raden om het gewicht van de teef na castratie regelmatig te (laten) controleren.

  • Urine incontinentie

Bij 5-20% van de gecastreerde teven ontstaat een incontinentie voor urine. Dit is een gevolg van een tekort aan hormonen (oestrogenen) en heeft dus niets te maken met operatietechnieken. Ook het wel of niet verwijderen van de baarmoeder heeft geen invloed op dit fenomeen. De honden verliezen in hun slaap of in liggende positie druppelsgewijs urine, ten gevolge van een vermindering van de weerstand van de plasbuis en daardoor een verminderde functie van de sluitspier van de blaas. Bij sommige rassen zien we dit probleem vaker optreden dan bij anderen: Boxer, Dobermann, Dwergpoedel, Old English Sheepdog, Weimaraner, Riezenschnautzer, Rottweiler, Bouvier en Ierse setter. In het algemeen hebben de grotere rassen een verhoogd risico op urine incontinentie na castratie.

  • Verandering van de vachtstructuur

Vooral bij langharige honden blijkt na castratie de vachtstructuur te kunnen veranderen. De vacht wordt dikker, krulliger en moeilijker te onderhouden (puppycoat). Vooral bij rassen als de Cocker spaniel, Afghaanse windhonden en New Foundlanders kan dit een vervelend probleem zijn. Vaak zien we tevens ongeremd verharen het hele jaar door. Door een verslechtering van de vachtconditie kunnen huidklachten ontstaan.

  • Verandering van gedrag

Castratie heeft invloed op het gedrag. Logisch, want gedrag wordt natuurlijk beïnvloed door (geslachts)hormonen.  Het is echter niet zo eenvoudig om precies te voorspellen bij de individuele teef of het gedrag in positieve of in negatieve zin zal veranderen door een castratie. Er zijn teefjes waarbij bijvoorbeeld agressief gedrag kan verergeren, of zelfs voor het eerst gezien wordt na castratie. Of dit daadwerkelijk een rechtstreeks gevolg is van de castratie is niet met zekerheid vast te stellen. Immers, agressief gedrag ontwikkelt zich vaak in de levensfase dat castratie ook plaats vindt, bij de teef na de 1e of 2e loopsheid.  Wel is gebleken uit onderzoek dat bij teven die al op jonge leeftijd (6 maanden) dominant agressieve trekken hebben (dit zijn in veel gevallen teefjes die uit een nest komen met meer reutjes dan teven), castratie geen verbetering geeft. Deze teven moeten we dus niet gaan castreren om gedragsredenen. Bij teven die agressief gedrag vertonen rond de loopsheid, is het natuurlijk wel zinvol om te castreren.


Castratie van een reu

Bij reuen worden de teelballen verwijderd via een kleine snede net voor de balzak. Het betreft dus niet, zoals bij de teef, een buikoperatie. De operatie op zich is op fysiek vlak niet zo traumatisch voor een reu als voor een teef.

Castratie van een reu brengt zowel voordelen als nadelen met zich mee.


Voordelen castratie reu

  • Verandering van gedrag

Sommige reuen worden een stuk handelbaarder na castratie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan reuen met een zeer dominant karakter en/of hypersexueel gedrag. Ook hyperactieve reuen worden een stuk rustiger na castratie. Het is echter verkeerd om castratie als de oplossing te zien voor gedragsproblemen. Castratie alleen zonder een goede opvoeding en training is volkomen zinloos en ethisch niet verantwoord.

  • Voorhuidontsteking

In de meeste gevallen (maar dus niet altijd!) zal een overmatige etterige uitvloeiing uit de voorhuid verdwijnen na castratie.


Nadelen castratie reu

  • Onomkeerbaarheid

De ingreep is definitief. Dat wil zeggen eenmaal uitgevoerd is een castratie niet meer terug te draaien.

  • Gewichtstoename

Een gecastreerde reu heeft meer kans op overgewicht. Na castratie is de stofwisseling trager. Een aanpassing van de (hoeveelheid) voeding is in de meeste gevallen noodzakelijk en het is aan te raden om het gewicht van de reu na castratie regelmatig te (laten) controleren.

  • Verandering van de vachtstructuur

Vooral bij langharige honden blijkt na castratie de vachtstructuur te kunnen veranderen. De vacht wordt dikker, krulliger en moeilijker te onderhouden (puppycoat). Vooral bij rassen als de Cocker spaniel, Afghaanse windhonden en New Foundlanders kan dit een vervelend probleem zijn. Vaak zien we tevens ongeremd verharen het hele jaar door. Door een verslechtering van de vachtconditie kunnen ook weer andere problemen ontstaan, zoals diverse soorten huidaandoeningen.

  • Verandering van gedrag

Een onzekere en angstige reu kan na een castratie nog angstiger en onzekerder worden en zich in het slechtste geval ontwikkelen tot een angstbijter.


Het beste tijdstip/de beste leeftijd

Als u na het afwegen van bovenstaande voor- en nadelen besloten hebt om uw hond te laten castreren, dan is het nog van belang om daar het juiste tijdstip voor te kiezen.

Voor teven geldt dat een castratie bij voorkeur uitgevoerd moet worden in de rustfase van de cyclus. Dat wil zeggen tussen twee loopsheden in. Bij een teef die 1 x per half jaar loops is (en dat is meestal het geval) zal het beste tijdstip voor een castratie ongeveer 3 maanden na het begin van de laatste loopsheid zijn.

De meningen over castreren vóór de eerste loopsheid lopen uiteen. Onze mening is dat castratie vóór de eerste loopsheid niet verstandig is. Urinewegklachten, zoals blaasontsteking en urine-incontinentie en ontstekingen van de vagina komen vaker voor bij teven die vóór de eerste loopsheid gecastreerd zijn. Net als angst voor geluid en (hyper)sexueel gedrag. In het algemeen kunnen we stellen dat de geslachtshormonen van belang zijn voor de fysieke en psychische ontwikkeling van uw hond. Een castratie voor de eerste loopsheid staat deze normale ontwikkeling in de weg. Daarom adviseren wij u om uw teef 1 keer loops te laten worden en daarna te castreren.

Voor reuen maakt het tijdstip van castratie niet zo heel veel uit (een reu heeft immers geen cyclus), maar ons advies is wel om te wachten tot de hond minimaal 1 jaar oud is!


Laparoscopie of laparotomie

Een castratie kan worden uitgevoerd middels een laparotomie (= snede in de buikwand) of middels een laparoscopie (= via enkele kleine sneetjes in de buikwand wordt een camera en instrumentarium in de buikholte ingebracht).

Bij Dierenkliniek A30 worden geen laparoscopische castraties bij teven uitgevoerd. De voorstanders van deze operatietechniek claimen een aantal voordelen ten opzichte van de  laparotomie, die echter ons inziens enigszins gerelativeerd dienen te worden.

  • Eén van de genoemde voordelen is: er worden maar 3 hele kleine sneetjes in de buikwand gemaakt, dat is dus minder trauma dan de buik echt open maken. Het sneetje dat we bij Dierenkliniek A30 maken is waarschijnlijk slechts 2-3 cm groter dan de 3 kleintjes bij elkaar.
  • Een ander genoemd voordeel is, dat de hond weinig last heeft van de ingreep en de volgende dag alweer bijna “de oude” is. Wij controleren de patiënt altijd een dag na de operatie en onze ervaring daarbij is eigenlijk niet anders. De meeste honden zijn gewoon weer fit en vrolijk de volgende dag, eten weer en doen alles weer. Dat is ook een kwestie van netjes werken, een goede en zo min mogelijk belastende narcose, ondersteuning met een infuus en goede pijnstilling.
  • In zijn totaliteit zou het trauma minder zijn bij een laparoscopische operatie. Wat volgens onze inzichten daarin toch een beetje onderschat wordt, is het trauma dat ontstaat door de enorme hitte-ontwikkeling die ontstaat bij het doorbranden van de bloedvaten die naar de eierstokken lopen. In feite wordt dat weefsel namelijk verbrand door een hoog frequente elektrische stroom. Het weefsel verschroeid daardoor en sterft af. Bij de laparotomie worden de bloedvaten afgebonden. Ons inziens veroorzaakt deze techniek minder trauma en verloopt meer gecontroleerd.
  • Bij een laparoscopische operatie kunnen alleen de eierstokken worden verwijderd. Als tijdens de operatie de baarmoeder afwijkend blijkt te zijn, dan moet er alsnog een laparotomie worden uitgevoerd om de baarmoeder te kunnen verwijderen.